Begrippenlijst

Bekwaamheidseisen Sinds 1 augustus 2017 gelden nieuwe wettelijke bekwaamheidseisen in het onderwijs. Ze gelden voor alle leraren en docenten in het primair en voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. De bekwaamheidseisen zijn vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2017). Ze beschrijven wat leraren minimaal moeten weten en kunnen. Deze eisen zijn opgesteld door lerarencommissies en beschrijven wat er nodig is om leraar te zijn. De bekwaamheidseisen dienen als ijkpunten voor opleiding en bekwaamheidsonderhoud van leraren. De bekwaamheidseisen hebben we geïmplementeerd in studiejaar 2019-2020.

Constructive alignment Het nieuwe curriculum is ontworpen volgens het principe van constructive alignment (Biggs & Tang, 2011). Eerst zijn leerdoelen opgesteld, vervolgens is de toetsing ontworpen, en daarna zijn leeractiviteiten ontworpen die nodig zijn om het beoogde eindniveau te behalen. Tot slot zijn de onderwijsmaterialen en de onderwijsactiviteiten ontworpen.

De coach voor startende leerkrachten De coach voor startende leerkrachten begeleidt lio-ers en startende leerkrachten (in de eerste 2/3 jaar na afstuderen) bij de start voor de klas met coaching in de klas en begeleidingsgesprekken. Hij geeft zijn begeleiding vorm aan de hand van een uitgewerkt inwerkprogramma voor startende leerkrachten, uitgaand van de context van de school en met specifieke aandacht voor het onderzoekend leren en handelen (en de verbinding van theorie en praktijk daarbij). Hij heeft aandacht voor de professionele identiteitsontwikkeling van de (aanstaande) leerkracht en ondersteunt hem bij het ingroeien in de schoolcultuur. Hij signaleert wanneer de (aanstaande) leerkracht te grote uitdagingen in zijn werk ervaart en zoekt in dat geval (eventueel in overleg met de schoolopleider en schoolleider) naar goede oplossingen waarin de starter zich met ondersteuning kan doorontwikkelen.

Feed up, Feedback, Feed forward Feed up geeft aan waar je naartoe werkt en wat de verwachte eindprestatie is. Feedback richt zich op de vraag hoe iemand het tot nu toe doet. Feed forward geeft aan wat je moet doen om de gewenste situatie te bereiken.

Formatief evalueren Het primaire doel van formatief evalueren is het stimuleren van leren en ontwikkelen. Black & Wiliam (2009) geven aan dat er sprake is van formatief evalueren ‘indien bewijs over de leerresultaten door leraren, leerlingen en hun klasgenoten wordt verzameld, geïnterpreteerd en gebruikt om beslissingen te nemen over de vervolgstappen in het leerproces die beter zijn, of beter onderbouwd zijn, dan de beslissingen die ze anders hadden genomen’. Growth mindset Een growth mindset betekent dat je de overtuiging hebt dat je capaciteiten kunt ontwikkelen (Dweck, 2011). Het leidt tot een verlangen tot leren met als gevolg dat je uitdagingen omarmt, volhoudt bij tegenslag, inspanning ziet als iets wat erbij hoort, open staat voor kritiek, leert en geïnspireerd raakt door het succes van anderen. In ons onderwijs gaan we ervan uit dat onze studenten een op groei gerichte mindset hebben en hierdoor hun volle potentieel benutten en zich ontwikkelen.

Instituutsopleider De Instituutsopleider begeleidt als lerarenopleider van de Pabo samen met de schoolopleider de student en werkplekbegeleiders op de werkplek. Hij begeleidt samen met de schoolopleider leeractiviteiten door studenten en verbindt in dialoog met student, werkplekbegeleiders en schoolopleider de praktijkervaringen en kennis aan de bekwaamheidsontwikkeling van de student op schoolniveau en opleidingsniveau. Hij beheert en bewaakt daartoe met de schoolopleider de Jaaragenda.

Kennistoetsen Een landelijke kennistoets test of de student over voldoende kennis uit de betreffende kennisbasis beschikt. Een kennistoets is leerwegonafhankelijk en worden geconstrueerd op basis van de kennisbases. Voor twee pabovakken, Nederlands en Wiskunde, worden kennistoetsen afgenomen.

Kwalificatie Kwalificatie is een van de kernopgaven van het onderwijs geformuleerd door Biesta (2011). Voor de lerarenopleiding betekent kwalificatie het ondersteunen van studenten bij het verwerven van de bekwaamheden die nodig zijn om een goede leraar te zijn. Dit vertaalt zich in een BA-diploma.

Onderzoeksbegeleider basisschool De onderzoeksbegeleider van de basisschool begeleidt studenten op de werkplek bij het uitvoeren van onderzoek naar een schoolspecifiek praktijkprobleem. Hij begeleidt bij een aantal fasen van het onderzoeksproces, namelijk het definiëren van het praktijkprobleem en het formuleren van de onderzoeksvraag, het faciliteren van de dataverzameling op de school en het formuleren van concrete aanbevelingen die het praktijkonderzoek oplevert. In de begeleiding werkt de onderzoeksbegeleider van de basisschool samen met de onderzoeksbegeleider van de pabo. Persoonsvorming Persoonsvorming is een van de kernopgaven van het onderwijs geformuleerd door Biesta (2011). Bij persoonsvorming gaat het erom dat een leraar onder woorden kan brengen wat hem motiveert in het leraarschap, wat hem drijft om leraar te willen zijn of worden, over welke kwaliteiten iemand bezit die in te zetten zijn voor het leraarschap, hoe iemand tegen zichzelf aan kijkt en welke uniciteit hij daarin laat zien.

Professionele identiteitsvorming De professionele identiteit van leraren is de identiteit die gevormd wordt door de interactie tussen de persoonlijke en professionele dimensie in de beroepsuitoefening (Beijaard, 2009). De persoonlijke dimensie verwijst naar de achtergrond en opvattingen van de leraar, en de professionele dimensie naar de specifieke context waarin de leraar werkzaam is en opvattingen over onderwijs die in het algemeen voor het beroep belangrijk worden gevonden (Pillen, Beijaard & den Brok, 2013). Belangrijke vragen zijn: ‘Wie ben ik als leraar?’ en ‘Wat voor leraar wil ik worden?’

Socialisatie Socialisatie is een van de kernopgaven van het onderwijs geformuleerd door Biesta (2011). Het begrip verwijst naar zowel beroepssocialisatie als socialisatie in de samenleving als geheel. Beroepssocialisatie heeft betrekking op gebruiken en kernwaarden binnen de beroepsgroep, verschillen en discussiepunten en wat het betekent om mede-vormgever te zijn van een schoolteam en schoolcultuur. Daarnaast moeten (aanstaande) leraren zich ook verhouden tot de samenleving vanuit het besef dat de samenleving bepaalde verwachtingen en opvattingen heeft ten aanzien van onderwijs.

Schoolopleider De schoolopleider is eindverantwoordelijk voor de plaatsing, het werkplekleren en de begeleiding van studenten op de basisschool. Hij houdt samen met de instituutsopleider op de werkplek het overzicht over de leeractiviteiten voor studenten en verbindt in dialoog met student, werkplekbegeleiders en instituutsopleiders de praktijkervaringen en kennis aan de bekwaamheidsontwikkeling van de student op schoolniveau (ook groepsoverstijgend). Hij beheert en bewaakt daartoe met de instituutsopleider de Jaaragenda. Hij brengt werkplekbegeleiders in ontwikkeling door met hen in gesprek te gaan over de begeleiding van hun studenten, de kwaliteit van het werkplekleren en de scholing voor de werkbegeleiders.

Werkplekbegeleider De werkplekbegeleider begeleidt de student bij het ontwikkelen van de bekwaamheden door met de student te reflecteren op voorbereid en gegeven onderwijs en op de ontwikkeling van bekwaamheidseisen, door voortdurend de koppeling te maken tussen uitvoering/voorbereiding en (praktijk)theorie.